Wratten zijn goedaardig en ontstaan na een infectie met een virus op de plaats van de infectie. Wratten kunnen plat zijn of boven de oppervlakte van de huid uit komen. Ze kunnen klein of groot zijn; vaak nemen ze kleine bloemkool-achtige vormen aan. Soms staan ze op zichzelf en soms zijn ze in groepjes aanwezig. Anogenitale wratten zitten in het gebied rond de geslachtsdelen. Ze kunnen op de geslachtsorganen zelf zitten, maar ook in de plasbuis en in of rond de anus. Bij vrouwen kunnen ze ook in de vagina voorkomen. Anogenitale wratten komen voornamelijk voor bij volwassenen.
De wratten zijn soms nauwelijks zichtbaar, vooral als ze inwendig aanwezig zijn in de vagina, plasbuis of anus. Uw arts kan dan de diagnose stellen. Vaak lijken anogenitale wratten op kleine bloemkooltjes, waarbij de randen aan hanenkammen kunnen doen denken. Kort na het ontstaan zijn de wratten meestal wat sponsachtig, maar naarmate ze langer bestaan, verhoornen ze en worden ze harder. Anogenitale wratten zijn vaak een psychische belasting voor de patiënt. Ze zorgen voor schaamte en herinneren soms aan het hebben van een (andere) SOA. Deze gevoelens van schaamte kunnen ook een belemmering zijn voor de seksualiteitsbeleving. Hiernaast kunnen anogenitale wratten ook lichamelijke klachten geven. De klachten hangen af van de uitbreiding van de wratten zowel in aantal als in grootte. De wratten kunnen erg jeuken en ook aanleiding geven tot bloedinkjes. Anogentiale wratten doen meestal geen pijn.
Anogenitale wratten komen veel voor. In Nederland wordt ruim 20.000 keer per jaar de diagnose gesteld. De veroorzaker van de wratjes is een infectie van de huid of slijmvlies met het Humane Papilloma Virus (HPV). Er zijn verschillende typen van het HPV (allen met een eigen nummer), maar niet alle typen veroorzaken anogenitale wratten. Niet iedereen die met HPV besmet is geraakt, zal anogenitale wratten krijgen; er zijn ook zogenaamde stille dragers. Deze personen hebben wel het virus bij zich, maar weten dit niet van zichzelf en hebber er ook geen last van. Het HPV wordt veelal overgedragen bij seksueel contact. Daarom worden anogenitale wratten beschouwd als een seksueel overdraagbare aandoening (SOA) of, in andere woorden een geslachtsziekte.
Het virus is zéér besmettelijk en kan ook op andere manieren overgedragen worden, bijvoorbeeld door het gezamenlijk gebruik van een handdoek of washandje en mogelijk bij het wisselen van de luiers. Op die manier kunnen ook (kleine) kinderen besmet raken en wratjes krijgen.
Het HPV kan gedurende vele jaren in de huid aanwezig zijn en kan zich, na aanvankelijk genezing van de anogenitale wratten, na jaren weer manifesteren. Het spreekt voor zich dat het hierdoor lastig is om te weten door wie en wanneer iemand besmet geraakt is.
Mensen die veilig vrijen en weinig wisselende seksuele contacten hebben, hebben minder kans op anogenitale wratten. Ook mensen die condooms gebruiken hebben minder kans op anogenitale wratten. Naar alle waarschijnlijkheid zorgen condooms voor een redelijke goede bescherming van de door het condoom bedekte huid. Het gebruik van condooms kan echter niet altijd een besmetting van andere delen van de huid of slijmvliezen voorkomen. Dit neemt niet weg dat het toch raadzaam is condooms te gebruiken wanneer u of uw partner anogenitale wratten heeft.
Als er een kans bestaat dat één van de partners de ander zou kunnen besmetten, dan is het ten zeerste aan te bevelen elkaar in bescherming te nemen. Voor mensen is dit een moeilijk onderwerp, maar een gesprek tussen beide partners met de juiste informatie kan duidelijkheid scheppen en veel (relationele) onrust voorkomen. De sociaalverpleegkundige van de GGD kan u hier eventueel bij helpen.
Uw arts kan meestal al op het eerste gezicht de diagnose stellen. Mocht deze niet direct duidelijk zijn dan kan er altijd een klein stukje huid verwijderd worden (biopsie) of een huiduitstrijkje gemaakt worden voor verder onderzoek. In het algemeen levert het stellen van de diagnose geen problemen op.
Soms kan het verstandig zijn om verder onderzoek te verrichten naar de eventuele aanwezigheid van (andere) seksueel overdraagbare aandoeningen. Het is hierbij belangrijk ook de partner te laten onderzoeken.
De behandeling van anogenitale wratten is erop gericht het virus, dat de wratjes veroorzaakt, uit te schakelen. Dit kan door middel van etsende vloeistoffen, bepaalde crèmes of door diverse ‘chirurgische’ methoden. Voor welke van de navolgende therapieën gekozen wordt, hangt onder meer af van de plaats van voorkomen, de uitgebreidheid van de wratten en van de voorkeur van arts en patiënt. Er is altijd kans dat de wratten na de behandeling terugkeren
Elektrocoagulatie
Bij elektrocoagulatie worden de anogenitale wratten na verdoving weggebrand.
Podofylline
Podofylline is een stof die afgeleid is van een bepaalde harssoort. Het remt de groei van de delende cellen in de anogenitale wratten. Deze methode kan niet bij zwangeren worden gebruikt. Podofylline is een sterk geconcentreerde aanstipvloeistof die door de arts toegepast wordt. Omdat podofylline sterk kan irriteren, moet het vier uur na het aanbrengen afgewassen worden.
Podofyllotoxine (condyline, wartec)
Een mildere vorm van podofylline is het podofyllotoxine. Dit kan verwerkt zijn in een aanstipvloeistof of een crème. Podofyllotoxine is geschikt om zelf thuis toe te passen. Deze methode kan niet tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Trichloorazijnzuur
Trichloorazijnzuur is een sterk irriterende vloeistof die de cellen van de wratten vernietigt. Vanwege de sterke etsende werking mag dit middel alleen door een arts worden aangebracht.
Cryotherapie
Bij cryotherapie worden de anogenitale wratten met vloeibare stikstof bevroren. Deze therapie kan gebruikt worden voor wratten op de huid en op de slijmvliezen. Deze methode kan ook tijdens de zwangerschap worden gebruikt.
Operatief
Grote anogenitale wratten kunnen na plaatselijke verdoving operatief verwijderd worden.
Imiquimod (Aldara)
Dit is het nieuwste middel tegen anogenitale wratten. Het is een stof die het eigen afweersysteem helpt om het HPV virus, dat de anogenitale wratten veroorzaakt, te bestrijden. Dit middel is verkrijgbaar als crème en is geschikt om zelf thuis te gebruiken. Imiquimod kan wat langzamer werken dan andere behandelingen; soms duurt de behandeling acht tot tien weken. De kans dat de wratten terugkomen is echter kleiner dan met de andere behandeling.
Eventuele risico’s van de behandeling
Voor meer informatie kijk op https://www.huidziekten.nl/folders/nederlands/anogenitalewratten.htm